MEELIFTEN

Volgens de oppositie-afdeling van EUIPO schurkt Masis Tabak met zijn verpakking te dicht aan tegen het Marlboro design en zal het publiek de merken met elkaar in verband brengen. Masis lift mee op de bekendheid van het Marlboro dakje en dat mag niet.

Links het merk van Masis

MOUNT ARARAT

Interessant is dat Masis zich verweerde met het argument dat de afbeelding op zijn pakje Mount Ararat is, een berg in Oost Turkije. Volgens Masis worden plaatjes van deze berg al heel lang gebruikt als merk voor sigaretten. Dit merk geniet grote bekendheid in Armenië, aldus Masis. Ook beweert Masis dat het bedrijf in Libanon, Rusland en Koeweit vergelijkbare zaken van Marlboro heeft gewonnen.

Sprekend Mount Ararat?? (Foto: Wikicommons: Serouj Ourishian)

GEOMETRISCHE FIGUUR

EUIPO maakt korte metten met alle argumenten van Masis. Dat deze afbeelding Mount Ararat moet voorstellen is irrelevant. De consument zal hier sowieso trouwens gewoon een abstracte geometrische figuur in zien en niet Mount Ararat, aldus EUIPO.

RECHT NA REGISTRATIE

Daarnaast is van belang vast te stellen dat het recht op merkbescherming in de EU pas begint op het moment dat een registratie wordt aangevraagd, en niet daarvoor al door gebruik, zo stelt EUIPO.  Overigens heeft het gebruik waarop Masis doelt helemaal geen betrekking op de EU.

Marlboro-dakje
Kleine greep uit de vele EU-merkregistraties waardoor het dakje van Marlboro wordt gedekt

 

NIET GEBONDEN

Tenslotte: met betrekking tot de door Masis gewonnen zaken in Libanon, Rusland en Koeweit laat EUIPO weten dat het niet gebonden is aan uitspraken van nationale rechters en dat het daar bovendien om andere feitelijke omstandigheden en andere merken ging. Exit Masis, leve het dakje.

CONCLUSIES

  1. Merkrechten in de EU ontstaan pas op moment van indiening van een aanvraag tot registratie, niet door gebruik
  2. EUIPO is niet gebonden aan uitspraken van nationale rechters, binnen of buiten de EU
  3. Zelfs zo’n eenvoudig dakje kan een enorme beschermingsomvang hebben: blijf van dat dak af, zou Peter Koelewijn zeggen.

Bas Kist